rondreis-oregon-2018.reismee.nl

13 augustus 2018 - South Prairie en Mont Vernon

We moeten nog even iets vertellen over de vorige dag. Toen we even op een terrasje zaten, moest Laura optreden door een insect te verwijderen uit de nek van Robert. Het bleek een vliegend gevaarte te zijn van ongeveer 10 centimeter lang. Deze gevleugelde vriend had de nek van Robert uitgezocht als landingsplek. Door het kordate optreden van Laura werd het beest verjaagd. Het bleek om een bidsprinkhaan te gaan.

Dit verslag gaat over de zondag en de maandag. Ons tiny house van de afgelopen twee nachten is prima bevallen. We moeten wel zeggen dat we ontzettend mazzel hebben gehad met de tijdelijk lage temperaturen. We hebben de eigenaar nog even gesproken en deze zei dat wij de “most luckiest people of the world” waren. Hij gaf toe dat de hutjes erg warm kunnen zijn en je moet ook nog bovenin de nok slapen op een door een steil trapje te bereiken bed. 

Het onderkomen is van alle gemakken voorzien, elektriciteit, water en afvoer. De douche is klein maar het gaat prima. Sommige zaken zijn overdadig aanwezig, wat te denken van vier stopcontacten op een heel klein wc-tje? We hadden wel een beetje pech, want de plek waar ze oorspronkelijk stonden was niet meer bereikbaar. De gemeente had de toegang (over een riviertje) met auto’s verboden, waardoor ze nu op het RV-park stonden in een hoekje weggedrukt tegen een drukke weg. Jammer, maar het kan niet allemaal meezitten. Het geheel deed ons sterk denken aan de campervakanties in het verleden. We waren dus snel gewend.

De reisleiding had voor zondag een tocht om de Mt. Rainier uitgestippeld. We gingen via de zuid-west entree naar binnen en dan tegen de klok in een rondje (ca. 150 km) gaan rijden. Het was niet druk op de weg, dus we hebben alle tijd genomen om nog voor de entree van het National Park een uitgebreide stop voor koffie met een muffin te maken. Laura heeft nog even geïnformeerd naar de mogelijkheden in het park en dat kwam overeen met haar eigen planning. De medewerker vermelde wel dat het een beetje druk was bij de ingang. Toen we nog niet 3 kilometer verderop in de file stonden en de kaart beter bestudeerd hadden, kwamen we tot de conclusie dat we onnodig veel tijd verloren hadden door de stop. We hadden toen ook spijt dat we ’s morgens heel erg rustig aan gedaan hadden voor ons vertrek.

We hebben er uiteindelijk anderhalf uur over gedaan om bij de entree van het park te komen. Toen hadden we wel een “vreugdemomentje”. Bij het tonen van onze jaarpas van de parken, konden we een bypass nemen en reden triomfantelijk een grote rij voor de kassa staande auto’s voorbij. Je kan soms genieten van de kleinste dingen. Het was bewolkt weer en nu maar hopen dat we de top konden zien. Na het bezoeken van een paar uitzichtpunten, waarop volgens de informatieborden de top te zien zou zijn, was de top onzichtbaar door de laaghangende wolken. De zon zat er gelukkig wel tegenaan en bij een volgend uitzichtpunt was inderdaad een stukje van de berg en de gletsjer te zien. 

Dit was al prachtig, dus als we nu geluk hadden en de lucht zou opklaren dan moest het een prachtig gezicht zijn. Toen we de grote parkeerplaats naderden zagen we vele mensen al lopend langs de weg omhoog gaan. Laura zei dat er wel parkeerruimte verderop was, dus… rij maar door. Laura had natuurlijk weer gelijk, want er was inderdaad een heel groot parkeerterrein. Toch een klein inschattingsfoutje, want na 28 keer een rondje te hebben gemaakt hadden we nog geen een vrij plekje gevonden. Het zicht op de top was gelukkig wel verbeterd en daar konden we al zoekend al van genieten. We hebben toch maar besloten naar beneden te gaan. Na een meter of honderd te zijn afgedaald vonden we alsnog een klein plekje, waar onze auto net kon staan. Toen we terugkwamen op het parkeerterrein, zagen we tot onze verbazing dat de lucht steeds meer opklaarde. Het nodigde ons uit om een stuk naar boven te lopen.

Samen met vele andere hijgende medeklimmers kwamen we steeds dichterbij de mooiste uitzichtpunten. Het wild om ons heen, gaf ons redenen om even uit te puffen.

Een ree, prairiehonden en eekhoorntjes bleken totaal niet bang voor de toeristen te zijn. Een moeder reetje met twee jongen was het mooiste wat we konden waarnemen. De witte vlekjes zoals bambi die in de Walt Disney-films heeft, waren mooi te zien.

Onderstaande foto’s hebben we gemaakt van de Mt. Rainier (4400 mtr) en ze zeggen volgens ons genoeg over de schoonheid van deze berg.

We zijn volgens de i-phone van Laura 56 verdiepingen omhooggelopen (195 meter) met een gemiddeld stijgingspercentage van 12%. De afdaling duurde driekwartier en rond kwart over zes waren we weer bij de auto. De weg terug was nog een tocht van een kleine 100 km. De zon was rood-oranje gekleurd en dat kwam doordat de rook van de nog steeds heersende bosbranden in hogere luchtlagen worden meegevoerd vanuit California. Inmiddels zijn er al meer dan 10.000 brandweerlieden al vier weken dag in dag uit de vele brandhaarden aan het blussen. Vlakbij onze slaapplaats hebben we wat gegeten. We waren dus laat thuis en hadden geen zin meer om een verslag te schrijven.

Maandag was een verbindingsdag. Het zat niet echt mee om een leuk plekje te vinden voor een stop. We hebben toch genoten van de wegen van lagere orde. De snelwegen rond Seattle wilden we namelijk vermijden vanwege de drukte.

Op dit moment genieten we van ons broodje zalm bij een picknicktafel op een kiezelstrand met het uitzicht op de zee. Het weer is wat schier, maar de temperatuur is heerlijk. Robert heeft alvast een deel van het verhaal geschreven. 

Nadat Laura een wandelingetje over het strand heeft gemaakt, heeft Robert ook nog even een ommetje gemaakt.


Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!